Op weg naar Bagan

10 september 2019 - Bagan, Myanmar

We openen de gordijnen en zien een waterig zonnetje door de ramen naar binnen schijnen. We werpen nog een laatste blik op de schitterende Brits aandoende tuin die hoort bij ons heritage hotel in Kalaw. Met enige spoed begeven we ons naar de ontbijtruimte voor ons ontbijt. Yoghurt met huisgemaakte granola en pannenkoekjes met zelfgemaakte honing. Jammie het is niet alleen heerlijk maar elk bord is een lust voor het oog. Vandaag staat onze rit naar Bagan op het programma. Bagan staat sinds juli 2019 op de Unesco wereld erfgoedlijst en dat is niet verwonderlijk met 3822 tempels en pagodes welke kris kras in het landschap te zijn neergezet. Het is tevens de nummer 1 attractie van het land. We zijn er zeer benieuwd naar. Tijdens het ontbijt zien we Wai al de oprijlaan oprijden. We haasten ons naar boven om de laatste spullen in onze tassen op te bergen. Nog even uitchecken en onze reis naar Bagan kan beginnen. Het zal ongeveer 5 uur in beslag nemen. In kilometers is het niet zover maar we moeten eerst de bergen uit en dat neemt nogal wat tijd in beslag. Eenmaal beneden kunnen we snelheid maken en schiet het lekker op. Het weer wordt steeds beter en zonniger, hopelijk kunnen we vandaag melden dat we de eerste regenloze hebben gehad. In de verte zien we een zogenaamde controlepost opdoemen aan het einde van de provinciegrens. Wai geeft bij elke provinciegrens een paar kyat en de slagboom gaat open. Bij deze provinciegrens gaat het er echter anders aan toe. Er staat  een groot mobiel x-ray apparaat waar alle auto’s doorheen moeten. Dit om er zeker van te zijn dat we geen verboden goederen de nieuwe provincie inbrengen. Hans en ik worden gemaand om uit te stappen en wij moeten door een x-ray apparaat speciaal voor passagiers. Hans is de eerst gelukkige om zijn ingewanden te laten bezichtigen. Een schuifdeur gaat open en Hans mag plaatsnemen op de lopende band. Met één druk op de knop verdwijn je richting de achterste schuifdeur waarna deze bij goedkeuring open glijd. Gelukkig zijn we beiden goedgekeurd en zo lopen we de andere provincie in. Wai en de auto met bagage zijn ook goed bevonden en we kunnen onze weg weer vervolgen. We stellen voor om spoedig iets te gaan drinken en/of eten.  Wai weet de plekjes waar we veilig iets kunnen eten/drinken. We stoppen bij een soort wegrestaurant wat nog het meest doet denken aan een lopend buffet bij de plaatselijke Chinees. Op de parkeerplaats liggen de kippen opgestapeld op een soort BBQ en een vrouw achter de BBQ pakt uit een zak die lekker in de zon staat te sudderen nog wat kippen en legt deze aan de andere kant van de BBQ. Wai gaat in het naastgelegen wegrestaurant lekker smikkelen maar wij besluiten om het bij een koffie te houden. Met de beelden van die kippen in ons hoofd hebben we niet direct honger gekregen. Na de stop rijden we nog twee uurtjes voordat we ons hotel in Bagan bereiken. De warmte en de zon waar we zo naar verlangden valt hier gelijk op ons zodra we de auto verlaten. Eenmaal bij de receptie komt een dame met de gebruikelijke koude handdoekjes zodat we af kunnen koelen. We maken plannen voor morgen, en Wai vindt het zo’n goed idee om op de elektrische scooter de tempels te gaan bezichtigen dat hij ook meegaat. Wel zo handig want hij weet de weg naar de mooiste tempels en met de scooter kunnen we overal komen. Omdat we vroeg in het hotel zijn besluiten we de beroemde zonsondergang van Bagan te gaan zien vanaf een van de daarvoor aangewezen tempels. Het is nu tenslotte zonnig en we grijpen de kans dan ook direct aan. We kijken op de omgevingskaart in het hotel als de Bellboy en zijn trainee in hun keurig gesteven witte pakje aan komt hollen met de vraag of ze iets voor ons kunnen betekenen. Van hen horen we dat het inmiddels verboden is op tempels en ruïnes te klimmen om de zonsondergang te zien. Wel is er in de buurt van het hotel de uitkijktoren. Daar gaan we lopend heen. Heerlijk om eens even de benenwagen te gebruiken. Na 40 minuten lopen lopen we bij de toren aan. Net voor ons gaat er een groep Chinezen omhoog. Eénmaal boven is het een enorm kabaal. De Chinezen zijn helemaal buiten zinnen. We vestigen ons op een strategische plek zodat we alles goed kunnen overzien. Ondanks dat er een beetje bewolking voor de zonsondergang is is het een prachtig zicht om de tempels in het avondlicht te aanschouwen van grote hoogte. Als de Chinezen er niet waren geweest zou de sfeer het best als magisch en sereen omschreven kunnen worden. Als de zon onder is gaan we in gestrekte draf terug naar ons hotel. Na al deze inspanning moeten we van de bellboy uitrusten in de lobby en voldoende drinken. Er wordt direct water gebracht alsof we eruitzien dat we volledig uitgedroogd zijn. Volgens ons is het meer dat ze het gek vinden dat wij bewegen. Het is tijd om van ons eerste openlucht diner te genieten waarbij we proosten op onze eerste volledig droge dag in Myanmar.

Foto’s

4 Reacties

  1. Yvon:
    10 september 2019
    Wat een beeldende verhalen! Met de foto's ter illustratie is het beeld helemaal compleet. Ik geniet met jullie mee! Genieten jullie nog even verder?
  2. Ilse:
    10 september 2019
    Wat fijn eindelijk een droge dag! Hopelijk volgen er nog veel. Prachtig uitzicht weer.
  3. Anita:
    11 september 2019
    Heerlijk ben de dag begonnen met jullie reisverslag te lezen. Wat een leuke en mooie dag hebben jullie gehad. En wat een natuurschoon.
  4. Sonja Contant:
    11 september 2019
    Schitterend!